Niet goed kunnen lezen, schrijven of rekenen komt heel veel voor. Meestal bij nieuwe Nederlanders die de onze taal (nog) niet goed meester zijn. Volgens de statistieken is bijna 18 procent van de veertienjarigen laaggeletterd. En dat zijn zeker niet allemaal kinderen van buitenlandse komaf.
Het voortgezet onderwijs klaagt dat steeds meer kinderen niet goed kunnen lezen, schrijven en rekenen. Het prestatieniveau lijkt zelfs steeds lager te worden. Hoe kan dat? Zijn onze kinderen met de jaren dommer geworden?
Toenemend aantal deskundigen wijst naar falend onderwijssysteem
Helaas wordt heel vaak met het vingertje gewezen naar de leerling. Die zou dyslectisch zijn of zich niet kunnen concentreren of zelfs onvoldoende intelligent zijn. Het onderwijs wijst eigenlijk nooit met het vingertje naar zichzelf. En dat zou volgens mij vaker moeten. En steeds meer deskundigen maken verwijten naar het onderwijs. Neem Erik Moonen, doctor in de Taal- en Letterkunde en taaldocent aan de Universiteit Hasselt. Hij is heel stellig: wanneer een kind niet goed kan lezen, dan ligt dat niet aan het kind, maar aan de methode. Die deugt niet. Hij laat zien dat met zijn methode, de Alfabet Code, iedereen, maar dan ook iedereen een goede lezer wordt. Maar ook dyslexie-expert prof. Dr. Aryan van der Leij vindt in falende methodiek een grote oorzaak van de slechte leesprestaties. Hij pleit voor meer maatwerk in de klas. Met de juiste hulp zijn leesproblemen in veel gevallen te voorkomen, zegt hij.
Dr. Anna M. T. Bosman, zij is professor Orthopedagogiek aan Radboud Universiteit Nijmegen. Ook zij wijt de problematieken aan een slechte instructiekwaliteit en plijt voor structurele verbetering hiervan.
En als we naar het rekenen kijken is Jan van de Craats, hoogleraar wiskunde aan de Universiteit van Amsterdam en de Open Universiteit, degene die de vloer aanveegt met de huidige rekenmethode, realistisch rekenen. Leerlingen moeten daarbij eerst inzicht verwerven, voor ze met de sommen aan de slag mogen. Hij pleit voor herintreding van de standaardmethode van vroeger. “Het rekenen van opa, wordt dat denigrerend genoemd. Maar die methode werkt altijd, en die verleren de kinderen nooit.”
De rol van visuele en motorische belemmeringen
Kinderen zitten op school om te leren. Leren is in wezen het opnemen en verwerken van informatie. Het opnemen van informatie gebeurt door onze zintuigen. Met name onze ogen omdat onderwijs steeds meer visueel wordt. Kinderen dienen dus te beschikken over goede ogen. Dat zijn ogen die scherp zien, niet ziek zijn en bovenal goed kunnen samenwerken. Als dat laatste niet het geval is worden kinderen sneller moe van visuele activiteit waarbij ze informatie moeten opnemen (lezen, schrijven en rekenen). Ze verbruiken hierdoor onnodig veel energie en dat beperkt ze in het goed kunnen aanleren van lezen, schrijven en rekenen. Ze gaan hierdoor vaker radend lezen, zien woorden of letters over het hoofd, begrijpen minder goed wat ze lezen. Ze kijken vaker weg van het leeswerk en doen niet meer mee. Maar ook een niet uitgerijpte motoriek kan veel problemen geven. Vooral met het verwerken van informatie. Dat is bij deze kinderen vertraagd en dat levert automatiseringsproblemen op. Dat is te herkennen aan minder goed kunnen spellen, of de teken-klank-koppeling niet geautomatiseerd krijgen, minder goed begrijpend kunnen lezen en problemen met het rekenen. Kinderen hebben een niet uitgerijpte motoriek indien hun hersenhelften niet optimaal samenwerken. Het punt is dat wanneer er visuele en/of motorische beperkingen zijn dit het prestatie niveau van de kinderen negatief beïnvloedt, zodanig dat daarmee het zelfvertrouwen afneemt met als gevolg dat de visueel-motorische ontwikkeling geremd wordt en men er levenslang hinder van kan ondervinden.
Hoe verder?
Ik ben sterk voorstander van een nieuw onderwijssysteem waarin kinderen leren schrijven en lezen met de Alfabet Code en leren rekenen met de standaardmethode van vroeger. Dat geeft zelfs voor kinderen die visueel-motorisch belemmerd zijn de beste kansen! Gaan we echter door met ons huidige overspannen schoolsysteem dan vereist dat topsport van onze kinderen en is visueel en motorisch vaardig zijn een basisvoorwaarde om in dat systeem enigszins te kunnen presteren.
Ben je visueel en motorisch vaardig dan ben je sowieso in het voordeel omdat je lichamelijk niet geremd wordt in het opnemen en verwerken van informatie. Je bent dan werkelijk beter in staat te concentreren, te studeren en daarmee te presteren. Visueel en motorisch vaardig worden doe je met Visueel-Motorische Training.